
Jan Slagter: ‘Laten we veel meer voor elkaar zorgen'
Leestijd: 5 minutenIn de gang van het omroepgebouw als er foto’s worden gemaakt, trekt Jan Slagter me aan mijn mouw. ‘Dat is onze oudste vrijwilliger,’ zegt hij terwijl hij op een vriendelijke heer wijst die na de lunch door de gang loopt. ‘Een oud-jurist van achter in de zeventig. Hij geeft gratis juridisch advies via de telefoonlijn van MAX Ombudsman.’ Het tekent Jan Slagter, de trotse vader van omroep MAX.
Omroep MAX is de grootste publieke omroep met 430.000 leden. De stichting MAX Maakt Mogelijk staat los van de omroep en is een goed doel met een ANBI-status. De stichting is het venster op de wereld voor de omroep.
Wat heb je meegekregen van je ouders?
‘Mijn ouders hebben me heel erg bijgebracht om begaan te zijn met mensen die het minder hebben. Mijn moeder was voorzitter van het comité Meeleven vanuit de kerk. Mijn vader was diaken. Bij MAX heb ik direct gezegd: we willen ook laten zien hoe ouderen het hebben in andere landen. Ik ben inmiddels denk ik wel tachtig keer in Moldavië geweest, het armste land van Europa. De aanleiding was een verzoek aan Stichting MAX Maakt Mogelijk om daar een waterput te slaan. Toen ik daar kwam, werd duidelijk dat er meer aan scheelde dan alleen een waterput. Het hele huis was een bouwval. Mensen lagen in poep en pies. Stromend water was er niet, net zomin als riolering. We hebben uiteindelijk het hele pand voor ouderen opgeknapt en uitgebreid.’
In de buurt van het huis in Capresti heeft MAX Maakt Mogelijk ook andere projecten: een tafeltje dekje-project en in Floresti, een wat grotere stad in de buurt, heeft de stichting het ziekenhuis gerenoveerd. ‘Er was geen stromend water in een ziekenhuis. Het was vies, vuil, onhygiënisch. Middeleeuwse toestanden, niet te beschrijven. Nu is er een IC, een röntgenkamer, het is een modern ziekenhuis geworden. Wij willen helpen daar waar dat het hardst nodig is. Bijvoorbeeld met hout of kolen. We geven warmte aan ouderen in de winter. We maken staaroperaties mogelijk. Dat wil ik blijven doen tot ik niet meer kan.’
Jullie doen sinds kort ook projecten in Nederland. Is dat niet vreemd? In zo’n rijk land?
‘Afgelopen jaar startten er inderdaad voor het eerst ook projecten in Nederland. We ondersteunen bijvoorbeeld Stichting Blije gift. Ze zitten in een pakhuis in Krimpen aan den IJssel en geven hulp aan mensen die net boven de inkomensgrens van de voedselbank zitten. Geen boodschappen maar tegoedbonnen bij supermarkten. Kunnen ze zelf kiezen. Ouderen kunnen in het pakhuis ook cadeaus voor hun kleinkinderen uitkiezen. Daar was ik erg van onder de indruk.
Ik vind het een shock dat we nu met MAX Maakt Mogelijk ook projecten in Nederland doen. Een miljoen mensen leeft op of onder de armoedegrens. Veel kinderen gaan zonder ontbijt naar school. Dat is níet de normaalste zaak van de wereld. De politiek schiet op dit punt te kort. Helaas zijn de ouderen politiek niet goed georganiseerd. De partij 50+ is alleen nog actief in de Eerste Kamer. Als ouderen zich goed zouden organiseren, zijn ze een politieke macht in Nederland. Dus laat je stem horen.’
Uit wat voor nest kom je? Hoe ben je opgegroeid?
‘Mijn vader was ambtenaar bij de PTD, de plaatselijke telefoondienst in Den Haag. Daar heeft hij zijn halve leven gewerkt. Ik ben opgegroeid in een jarenvijftig nieuwbouwwijk, de Haagse Drevenbuurt van de Christelijke woningbouwvereniging Patrimonium. Je moest gereformeerd of hervormd zijn om er te kunnen wonen. Het was een protestantse bubbel. Het was niet streng-gereformeerd, geen zwarte kousen, maar de ijscoman kwam op zondag niet bij ons in de buurt: die wist, daar verkoop ik niets. We hadden een orgel thuis, mijn vader was organist in de kerk. Mijn moeder deed vrijwilligerswerk in de kerk en ging uiteindelijk tegen de geest van de tijd in parttime werken bij Vroom & Dreesmann. Ze wilde zelfstandig zijn. Die drang naar zelfstandigheid heb ik van haar.’
- Als ik ergens een orgel zie, ga ik erop spelen. Helaas kan ik het niet zo goed als mijn vader. Heel erg jammer dat ik er niet mee ben doorgegaan.
- Ik ken nog steeds veel Bijbelteksten uit mijn hoofd. Toen iemand onterecht werd weggestemd bij de tv-serie De verraders waar ik een van de deelnemers was, zei ik: Mijn volk gaat verloren door gebrek aan kennis – Hosea 4
- Ouderen zouden zich beter moeten organiseren. Ze zouden meer van zich moeten laten horen. Protesteren.
- Eenzaamheid wordt volksziekte nummer 1. Zowel bij ouderen als bij jongeren.
Hoe sta je nu ten opzichte van het geloof?
‘Ik geloof niet meer. Ik maak nu met Cisca Dresselhuys een podcast over het geloof. Je merkt altijd nog wel dat je gereformeerd bent. Het is een rode draad door je leven. Heel veel mensen hebben datzelfde gevoel. Lee Towers, Jack Spijkerman, Jan Terlouw, daarmee praten we in de podcast over het geloof. Angela de Jong, columniste bij het AD, zei bij ons in de podcast bijvoorbeeld dat ze zich nog steeds schuldig voelt als ze op zondag naar IKEA gaat. Dat zit er zo ingebakken. Wij nemen alle afleveringen op in de Grote Kerk in Hilversum, de laatste van deze reeks met publiek en het Groot Johannes de Heer koor met een organist. Cisca Dresselhuys deed dat heel veel, ze zei: ‘we zijn ook zo veel kwijtgeraakt’.
Wat wil je aan de volgende generatie doorgeven?
‘Tijdens corona was er saamhorigheid. Corona heeft ons bij elkaar gebracht. Zowel binnen gezinnen als daarbuiten. We zorgden voor elkaar. Het verschrikkelijke virus heeft ons in dat opzicht wel iets goeds gebracht. Het omkijken naar elkaar. Helaas hebben we dat niet vastgehouden, want het voor elkaar zorgen is weer op de terugweg. We moeten nooit meer laten gebeuren dat we verpleeghuizen sluiten, dat mensen eenzaam sterven. Dat mag nooít, nooít meer. Dat omkijken naar elkaar vind ik heel belangrijk en dat zou ik willen doorgeven.
Ik zou willen dat mijn zoons zien wat wij doen, en dat ik ze dat meegeef. Dat je niet alleen voor jezelf leeft, maar ook voor andere mensen. Ik denk dat MAX Maakt Mogelijk is wat ik doorgeef.’
Tekst: Frank Noë
Beeld: Melanie Marsman