Nalaten aan goede doelen
BEELD: MARCEL BONTE TEKST: PAUL VAN BODENGRAVEN EN MARIJE DE ROOIJ
Goede doelen draaien op giften van donateurs. En op nalatenschappen van mensen die bij overlijden iets goeds willen doen voor het doel waar zij in geloven en wat zij steunen. Zo kan er veel goed werk worden gedaan, wat anders niet verricht zou kunnen worden. Dat klinkt simpel, maar het is wel zaak om je goed te informeren over wat je kunt en moet regelen als je wilt nalaten aan een goed doel. In gesprek met Mr. Dr. Ineke Koele, erfrechtadvocaat, fiscalist en conciliator.
“Nalaten aan een goed doel is prachtig, er wordt een hoop goed werk gedaan dat anders niet gefinancierd kan worden”, zegt Ineke Koele. “Ik ben er een groot voorstander van dat mensen hun vermogen aanwenden om goede dingen mee te doen. Maar in de praktijk blijkt helaas te vaak dat de zaken in een testament en daaromheen niet goed geregeld zijn. Waardoor familie en goede doelen tegenover elkaar kunnen komen te staan.”
“Frictie tussen nabestaanden en het goede doel dat in het testament benoemd is ontstaat vaak door een gebrek aan communicatie door de erflater en andere verwachtingen bij nabestaanden. Als je dan ook nog bedenkt dat één op de drie vrouwen en één op de zeven mannen dementie krijgt, maar dat het heel lang duurt voordat dit wordt erkend, dan is het niet gek dat veel nabestaanden twijfelen of de erflater wel écht zoveel heeft willen nalaten aan het goede doel. Wist tante nog wat ze deed toen ze het testament maakte? Als erflater wil je gedoe hierover voorkomen. Als goed doel trouwens ook. En niet alleen als dementie een rol speelt.”
Wilsbekwaam?
Het meest duidelijke voorbeeld zijn zaken die worden uitgevochten over de wilsbekwaamheid van de opsteller van het testament. In Nederland is de notaris verplicht de wilsbekwaamheid van degene die een testament opstelt of aanpast vast te stellen. In de praktijk is dat maar een betrekkelijk oppervlakkige test. Bij twijfel kan hij om een verklaring van een arts of psycholoog vragen. Het is de vraag in hoeverre het de deskundigheid van een notaris is om die beoordeling te maken. Zelfs artsen die in de ouderengeneeskunde werken geven aan dat het moeilijk, zo niet onmogelijk, is om een duidelijke grens te trekken. Ouderdom en dwalingen in de geest zijn immers processen die zich heel geleidelijk voltrekken.
Zo af en toe komen er zaken in het nieuws waarin families, al dan niet met succes, testamenten aanvechten die voor hen een grote – meestal onaangename – verrassing bevatten. En vaak is de wilsbekwaamheid van de erflater dan onderwerp van het gevecht. Los van de vraag of het aanvechten kansrijk is, kent zo’n gevecht alleen maar verliezers. Ineke Koele daarover: “De nagedachtenis van de erflater raakt besmeurd, de gepasseerde familie komt te boek te staan als ‘inhalers’. De goede doelen laten zich van hun lelijkste kant zien om het geld binnen te krijgen, voor hen ligt reputatieschade op de loer. “Er zijn casussen bekend waarin goede doelen procesadvocaten inzetten om hun gelijk te krijgen en waarin ze gaan wroeten in de waardigheid van het privéleven van de erflater met stellingen als: deze man had ook geen goede relatie met zijn vrouw”, vertelt Ineke Koele. “Ook in situaties waarin het op zijn minst discutabel is of het testament nu echt de laatste wil van de erflater weergeeft. Dat zijn zaken waarin niet wordt geprobeerd tot een aanvaardbare oplossing te komen, maar waar keihard wordt geprocedeerd over geld.
Het zou mijns inziens beter zijn als partijen in zo’n situatie met elkaar in gesprek gaan over een voor iedereen aanvaardbare oplossing. Het recht laat dat ook toe: bij onduidelijkheid of een testament echt de bedoeling van de erflater beschrijft, kunnen de betrokken erfgenamen en nabestaanden een vaststellingsovereenkomst sluiten. Hierin ligt je de nieuwe juridische situatie vast en kan je recht doen aan de onduidelijkheid. Dat kan bij wilsonbekwaamheid of bij een vergeten testament veel moreel onrecht besparen. Denk dus in de sfeer van bemiddeling en minnelijke oplossing (mediation of conciliation) Zo voorkom je niet alleen narigheid, maar kun je ook een hoop onnodige kosten besparen. En blijven de herinneringen aan de erflater waardig.”
Wel of niet wilsbekwaam? Een voorbeeld uit de praktijk
Lees verderIn 2013 overleed zakenman en filantroop Arend Broekhuis. Zijn nalatenschap had een waarde van ruim 26 miljoen. Zijn nabestaanden, zijn vrouw en stiefdochters, verkeerden in de veronderstelling dat het testament dat zij kenden van kracht zou zijn. Daarin liet hij 70% van zijn vermogen na aan twee goede doelen, de andere 30%, inclusief de woning, liet hij na aan zijn vrouw en de stiefdochters. Groot en onaangenaam was de verrassing toen bleek dat de erflater in 2012 een nieuw testament had laten maken, waarin vrijwel zijn hele vermogen naar de goede doelen gaat. Zijn vrouw mag in de woning blijven wonen tot haar dood, de stiefdochters krijgen ieder een legaat van 20.000 euro
De familie vecht het testament aan en geeft als belangrijkste reden aan dat zij op geen enkele wijze bij dit testament betrokken zijn geweest (de heer Broekhuis heeft het er nooit over gehad) én dat zijn gezondheid niet in orde was. Zij hadden in zijn laatste jaren al eerder hun zorgen geuit bij artsen over zijn cognitieve vermogen en vreesden voor dementie.
De notaris waar Arend Broekhuis de laatste versie van zijn testament heeft opgesteld vraagt, wanneer de erflater daarvoor bij hem komt, onderzoek te doen naar zijn wilsbekwaamheid, Broekhuis bezoekt daarvoor een psychiater. Deze spreekt voor die beoordeling niet met de behandelende artsen van Arend Broekhuis en beoordeelt hem als wilsbekwaam.
Wat volgt is een serie aan rechtszaken en onderzoeken waarin o.a. het onderzoek van de psychiater als onvoldoende wordt bestempeld door het Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam; de psychiater heeft een waarschuwing gekregen. Deskundigen, vrienden, artsen en de accountant moeten verklaringen afgeven of volgens hen de heer Broekhuis wel of niet aan dementie leed.
De goede doelen blijven op het standpunt dat ze de laatste wil van de erflater willen uitvoeren en dus de volledige erfenis willen toucheren. Zij willen niets weten van de 70%-30%-verdeling uit het eerdere testament. Ook een voorstel van de familie om tot een verdeling te komen die voor de goede doelen gunstiger is wordt afgewezen. De rechtbank oordeelt in 2017 dat het laatste testament rechtsgeldig is, omdat niet aan te tonen valt dat Broekhuis, ondanks de ondermaatse beoordeling door de psychiater, niet wilsbekwaam zou zijn. [Ineke – weet jij of hoe het hoger beroep is afgelopen?
Tips van Ineke om valkuilen te vermijden:
1. Samen met familieleden? Legaat in plaats van erfgenaam
In een testament kun je iemand bedenken met een bepaald bedrag of percentage van de nalatenschap, in de vorm van een legaat. Bijvoorbeeld door vast te leggen dat goed doel X 10% van de waarde van de nalatenschap krijgt. Anders wordt het als je in het testament je drie kinderen én een goed doel aanwijst als de erfgenamen. Ineke Koele: “Dan wordt het al een stuk ingewikkelder, want dan heb je te maken met vier partijen die even veel invloed hebben op het afhandelen van de erfenis. Bijvoorbeeld als het huis van de erflater wordt verkocht, dan moeten alle vier de erfgenamen, kinderen en het goede doel, akkoord gaan met de geboden prijs. Terwijl de relatie tot de overledene wel heel anders is. Misschien zijn de kinderen wel tevreden met een prijs wanneer het huis snel verkocht is, maar denkt het goede doel dat er een betere prijs te behalen valt (of andersom). In zulke situaties wil je je nabestaanden niet brengen. Daarom is het handiger, als je aan een goed doel wilt nalaten, dat in de vorm van een legaat te doen.”
2. Probeer te balanceren
Nalaten aan goede doelen, zeker als het om grote bedragen gaat, komt logischerwijs vaker voor bij mensen die geen kinderen hebben. Vermogende mensen zonder kinderen zijn vaker geneigd om hun nalatenschap aan goede doelen na te laten dan aan verdere familie zoals neven en nichten. “Vaak zijn deze mensen heel genereus naar goede doelen en gaat een groot deel of zelfs de hele nalatenschap daar naartoe. Maar wat nu als dat testament op 65-jarige leeftijd is gemaakt en het blijkt dat je jaren later toch veel steun krijgt van neef X of nicht Y? Ben je dan nog bij machte om je testament aan te passen? Als je dat niet doet, blijven neef en nicht met lege handen achter na je overlijden. Daarom is het praktisch om te balanceren en de familie toch niet helemaal te passeren. Je weet immers niet hoe het laatste deel van je leven verloopt en of je er nog aan toe komt om je testament aan te passen. Als een deel van de nalatenschap bij een goed doel terecht komt, kan dat op meer begrip rekenen bij de verdere familie dan wanneer de volledige erfenis daarheen gaat.”
3. Leg het uit
“In het verlengde daarvan”, vervolgt Ineke, “leg uit waarom je je nalatenschap zo hebt verdeeld. Niets is zo frustrerend voor mensen als onbegrip, niet-weten waarom iemand bepaalde keuzes heeft gemaakt. Bij voorkeur heb je het daar al bij leven met elkaar over. Dat stelt je in staat om afgewogen keuzes te maken en voorkomt al te grote verrassingen. Maar ook als je dat niet wilt is het waardevol en behulpzaam om uit te leggen waarom je het zo hebt geregeld. Stel een testament in zo helder mogelijk bewoordingen op en schrijf er eventueel een toelichting bij.
Als je een of meerdere goede doelen als erfgenaam wenst te benoemen of een substantieel legaat opneemt, leg dan uit in een begeleidende brief of een inleiding op het testament wat heeft gemaakt dat je die beslissing hebt gemaakt. Leg dat ook uit in een brief aan het goede doel, zodat zij zich niet hoeven bezig te houden met jouw motieven om aan hen na te laten versus aan je familie.
4. Actualiseer je testament
Je kunt ieder moment een testament herroepen en een nieuwe versie opstellen. Nu is het een kostbare aangelegenheid om na ieder wissewasje naar de notaris te gaan en je laatste wil aan te laten passen, maar bij grote wijzigingen of inzichten is het wel raadzaam om de boel aan te passen. “Het is de laatste indruk die je nalaat bij je nabestaanden”, aldus Ineke Koele. “Als je tot de slotsom komt dat het toch beter is om de familie wel een deel van de nalatenschap toe te laten komen, dan is het die paar honderd euro wel waard om het testament aan te passen. Of omgekeerd, als je echt gebrouilleerd raakt met mensen, dan kun je je nalatenschap alsnog anders regelen.”
5. Denk aan het ‘vergeten’ testament
Wat in de praktijk ook nog wel eens voorkomt is dat er een ‘vergeten’ testament opduikt na het overlijden van de erflater. Bijvoorbeeld een testament dat iemand was heeft opgesteld toen hij alleenstaand was en waarin alles wordt nagelaten aan een goed doel. “Als je op latere leeftijd alsnog trouwt, denken mensen vaak dat daarmee automatisch alle rechten en aanspraken bij de huwelijkspartner komen te liggen”, vertelt Ineke Koele. “Maar dat is niet het geval. Na het overlijden raadpleegt de notaris het centrale testamentenregister waaruit dan het oude testament tevoorschijn komt. En als een vergeten testament opduikt, gaat de nalatenschap alsnog naar het goede doel.”
6. Verbind je met het goede doel
Als je eenmaal besloten hebt om een goed doel (of meerdere) op te nemen in je testament, zorg dan dat je op de hoogte bent van het reilen en zeilen van de organisatie waaraan je wilt nalaten. Verdiep je in de doelstellingen, de manier waarop ze te werk gaan, de wijze waarop nalatenschappen worden ingezet, hoe ze in het nieuws zijn. In je testament kun je bijvoorbeeld opnemen waarvoor de opbrengst van jouw nalatenschap gebruikt moet worden: ‘onderzoek naar ziekte X’. Ineke Koele: “Soms zie je dat mensen wel tien goede doelen opnemen, waarbij ik me afvraag of ze wel helder hebben waar al die clubs voor staan.
7. Check de werkwijze
Nalaten aan een goed doel is omgeven met een aura van nobele daden en goede werken die met jouw geld worden gedaan. Maar het is belangrijk om naast nobel óók kritisch te zijn op de organisatie waar je aan wilt nalaten en de manier waarop zij te werk gaan. Wat veel mensen niet weten, is dat je voorwaarden kan toevoegen aan een legaat in een testament en dat je erfgenamen – niet zijnde het goede doel – kunnen controleren of aan die voorwaarden is voldaan. Maak daar dus gebruik van en laat jouw persoonlijke overwegingen meespreken in de formulering van die voorwaarden (een z.g. ‘last’).