Onze specialisten
Weet u al welk type specialist u nodig heeft? Vind ze gemakkelijk via ons overzicht.
Leestijd: 8 minuten
Wat is de legitieme portie?
Wie heeft recht op een legitieme portie?
Hoeveel is de legitieme portie?
Welke giften tellen mee bij de berekening van de legitieme portie?
Wat wordt in mindering gebracht bij het berekenen van de legitieme portie?
Beroep doen op de legitieme portie
Legitieme portie opeisen
Meer vragen? Advies?
De legitieme portie is het minimum dat de wet aan een kind toekent uit de erfenis van zijn ouder. Ook als een ouder zijn kind onterfd heeft in een testament, kan het kind een deel van de erfenis of, beter gezegd, een bedrag opeisen. Hoe zit het nu precies met de legitieme? Hoeveel is dat minimum? Wat is het effect van schenkingen die een ouder nog bij leven doet? En hoe kan een kind een beroep doen op zijn of haar legitieme? Daar gaan we hieronder op in, met een voorbeeld uit de praktijk.
Een kind kan bij het overlijden van zijn ouder erfgenaam zijn (volgens de wet of het testament van de ouder), maar een ouder kan in een testament het kind ook onterven, minder nalaten of een beperking opleggen. Dat mag volgens de wet: de ouder heeft ‘testeervrijheid’. Dat betekent dat de ouder zelf mag bepalen wat hij of zij in een testament bepaalt. De wet bepaalt ook dat er een grens is aan die vrijheid: het kind heeft altijd recht op een deel uit de erfenis – dat wil zeggen, op een bedrag. Dat is de legitieme portie. En degene die recht heeft op een legitieme portie wordt ‘legitimaris’ genoemd.
Weet u al welk type specialist u nodig heeft? Vind ze gemakkelijk via ons overzicht.
De legitieme portie is de minimum waarde waar een wettelijk erfgenaam recht op heeft, ook als in het testament van de erflater iets anders is bepaald of een groot deel van het vermogen is weggeschonken voor het overlijden.
De legitimaris is het kind of kleinkind dat recht heeft op een legitieme portie.
De legitieme portie is een vordering in geld. Als het kind onterfd is, wordt het dus géén erfgenaam en heeft géén recht op specifieke bezittingen, ook niet op spullen met alleen emotionele waarde zoals fotoalbums. Wél heeft het recht op betaling van een geldbedrag. Het kind beslist ook niet mee bij de afwikkeling van de nalatenschap.
Het krijgen van de legitieme portie gaat niet vanzelf: het kind zal daar zelf specifiek een beroep op moeten doen. Dit mág, maar moet niet. Met andere woorden: het is een recht, niet een plicht om een beroep te doen op de legitieme. In bepaalde gevallen kan een legitimaris de vordering pas opeisen als ook de langstlevende van zijn ouders is overleden.
De legitimaris heeft die vordering op de gezamenlijke erfgenamen en soms ook op degenen die bij leven van de overledene een schenking hebben gekregen. De legitieme portie kan namelijk groter zijn dan de daadwerkelijke nalatenschap.
Alleen afstammelingen van de overledene hebben recht op een legitieme portie. De echtgenoot of partner en stiefkinderen hebben dus geen recht op een legitieme portie.
In eerste instantie gaat het om de kinderen van de overledene, maar ook kleinkinderen kunnen recht hebben op een legitieme. Als een kind komt te overlijden vóór zijn ouders en als hij of zij zelf kinderen had, dan worden die kinderen legitimaris in de plaats van het kind. De echtgenoot komt niet in zijn/haar plaats en wordt dus geen legitimaris.
Om te weten hoeveel de legitieme portie is, zijn twee begrippen van belang:
Breukdeel
De basis van de berekening van een legitieme portie is relatief eenvoudig: het breukdeel. Versimpeld gezegd heeft een kind van de overledene recht op de helft van zijn erfdeel volgens de wet*. De helft van wat ook wel het ‘kindsdeel’ genoemd wordt.
Stel dat een ouder twee kinderen had en een echtgenoot dan is het erfdeel van een kind volgens de wet 1/3e. Zijn legitieme is de helft daarvan, dus 1/6e.
* Dit kan in bepaalde situaties iets anders liggen, bijvoorbeeld als een van de kinderen verwerpt.
Henk is enig kind van Jan en Ans. Jan en Ans zijn getrouwd in gemeenschap van goederen. Henk is onterfd. Zijn dochter Marjolein (kleindochter van Jan en Ans) is tot enig erfgenaam benoemd. Bij overlijden van de eerste van zijn ouders, is Henks legitieme breukdeel ¼: de helft van de helft, omdat er dan 2 erfgenamen zouden zijn op basis van de wettelijke erfopvolgingsregels (de langstlevende en hijzelf). Bij overlijden van de langstlevende ouder is het breukdeel ½: de helft van het geheel, omdat hij dan de enig erfgenaam zou zijn op basis van de wettelijke erfopvolgingsregels.
In totaal gaat het dus om:
1/4e van de helft van de huwelijksgemeenschap (dat is immers de nalatenschap; het gaat dus om 1/8e van het totale vermogen van Jan en Ans)
1/2e van de hele nalatenschap van de langstlevende.
Legitimaire massa
De volgende stap van de berekening is ingewikkelder. Het gaat namelijk niet om de daadwerkelijke nalatenschap op het moment van overlijden, maar om een fictieve nalatenschap: de legitimaire massa. Bij deze legitimaire massa worden bepaalde (niet alle!) schenkingen uit het verleden meegerekend. Het idee hierachter is dat ouders niet de rechten van een kind alsnog kunnen beperken door vermogen tijdens leven weg te schenken, bijvoorbeeld om dat kind te benadelen.
Hier wordt het lastig en dit is ook waar vaak discussies of problemen over ontstaan. De legitieme portie wordt namelijk berekend over:
Het totaal hiervan heet de ‘legitimaire massa’.
De huwelijksgemeenschap is 100. De helft hiervan vormt de nalatenschap van de eerste ouder die overlijdt, dus 50. De legitieme portie van Henk is dan 12,5 (namelijk een kwart van de nalatenschap).
Stel nu dat opa eerst overlijdt. Tijdens zijn leven heeft hij giften van 20 gedaan aan Marjolein om Henk te benadelen.
Stel: bij het tweede overlijden is het vermogen van oma 80.
De giften die meetellen voor de berekening van de legitimaire massa zijn:
Giften kunnen zijn schenkingen, maar ook bevoordelingen, bijvoorbeeld bij verkoop van een huis tegen een te lage prijs. De regeling rond de giften die meegeteld moeten worden is complex. Er zijn uitzonderingen en vaak is er ruimte voor interpretatieverschillen. En dus vaak aanleiding tot discussie.
Als een legitimaris een beroep doet op de legitieme portie en het breukdeel en de legitimaire massa zijn berekend, dan moet hiervan nog worden afgetrokken wat de legitimaris al heeft gekregen (bij leven) of had kunnen krijgen (m.n. uit de erfenis). Als een legitimaris bijvoorbeeld 10 jaar geleden al een schenking heeft gekregen van zijn ouder, of als hij een legaat uit het testament verwerpt, dan wordt de waarde van die schenking of dat legaat afgetrokken van zijn ‘legitimaire vordering’ (de vordering wegens zijn legitieme portie).
Al met al is het door de details in de regeling en de interpretatie daarvan vaak lastig zelf een correcte berekening maken van de legitieme portie. Een erfrecht-advocaat of notaris kan hierbij helpen.
Een legitimaris kan in drie situaties een beroep doen op de legitieme portie:
De eerste situatie is meestal snel duidelijk. Voor de tweede situatie moet mogelijk eerst de legitimaire massa worden berekend om te weten of de verkrijging volgens het testament minder is dan de legitieme.
De derde situatie gaat over een voorwaarde of last. Het erfdeel kan bijvoorbeeld het volle erfdeel zijn, maar er rust een vruchtgebruik op. Of het gaat om een zogenaamde tweetrapsmaking. Bewind kan ook zo’n beperking zijn, maar daar gelden ook specifieke uitzonderingen voor.
Het opeisen van de legitieme gaat niet vanzelf. Actie van de legitimaris is nodig. Het kind dat een beroep doet op zijn legitieme moet dit melden bij de erfgenamen of hun vertegenwoordiger als die er is, zoals de executeur of vereffenaar. Of bij de langstlevende echtgenoot/partner als er een wettelijke verdeling is (tenzij er een executeur of vereffenaar is). De legitimaris heeft recht op alle informatie die nodig is om de legitieme te kunnen vaststellen.
Het is wel verstandig om een beroep op de legitieme portie schriftelijk te doen. Dat kan met een brief. Dit moet binnen 5 jaar na het overlijden. Of eerder, als daarvoor een redelijke termijn is gesteld. Let op: de sanctie hierop is dat het recht vervalt – als je te laat bent, kun je geen beroep meer doen op de legitieme.
Als Henk een beroep doet op zijn legitieme, dan moet hij dat bij het overlijden van zijn vader doen bij zijn moeder en dan waarschijnlijk wachten op uitbetaling tot moeder (oma) is overleden. Bij het overlijden van zijn moeder moet hij zich melden bij zijn dochter Marjolein. Marjolein zal hem dan na 6 maanden na het overlijden van oma moeten uitbetalen.
Henk moet – als hij dat wil – binnen 5 jaar na het overlijden een beroep doen op de legitieme. Ook kan de erfgenaam (dat is zijn moeder als langstlevende (1e overlijden) of Marjolein (2e overlijden)) een redelijke termijn stellen. In dat geval moet hij binnen die termijn reageren.
Al met al lijkt de legitieme op het eerste gezicht misschien eenvoudig – de uitvoering in de praktijk is weerbarstiger. De precieze berekening van de legitimaire massa – en dus van de legitieme portie – is ingewikkeld en leidt vaak tot gedoe of ruzie tussen de kinderen. Veel gegevens moeten boven water worden gehaald, wat is te bewijzen en wat niet, welke waarde telt mee? En dat in een context waarin emoties een grote rol spelen door de onterving van het kind of de beperking van zijn erfenis.
Het is dan ook verstandig voor ouders om de gevolgen van een eventuele (gedeeltelijke) onterving goed te bespreken met de notaris voor een keuze te maken tussen een onterving of een andere oplossing in het testament. Een kind onterven of hem alleen de legitieme portie nalaten ontlokt heel vaak een vechthouding en leidt tot langdurig gedoe voor de executeur en de andere erfgenamen. Zie ook: Onterven: wat betekent dat?
Als u zelf overweegt een beroep te doen op uw legitieme portie, dan kunt u hulp inschakelen van een erfrechtadvocaat of notaris voor begeleiding en de berekeningen. Ook kunt u overwegen een nalatenschapsmediator in te schakelen om te voorkomen dat een hoogoplopend conflict ontstaat.
Beantwoord een aantal vragen om er achter te komen welke specialist u nodig heeft in uw traject.
Dit duurt ongeveer 3 minuten.
Marije de Rooij is familie-adviseur en mediator. Als mediator richt zij zich op uiteenlopende familiezaken, waaronder kwesties rond nalatenschappen en familiebedrijven. Ook begeleidt zij gesprekken tussen familieleden die voor een ingewikkelde juridische of zakelijke kwestie staan en juist een conflict willen voorkomen.
All Shall Be Well is een ontroerend en genuanceerd portret over liefde, verlies en veerkracht en illustreert op delicate [...]
In een Radar-uitzending in maart 2010 is aandacht besteed aan de erfbelasting die betaald moet worden, terwijl het vermogen [...]
In deze serie vragen we bekende Nederlanders wat ze willen doorgeven aan de volgende generatie en wat ze nog willen [...]