Trouwen en nalaten: wat is van wie?
Om te weten wat iemand nalaat, moet je wél weten wat zij/hij had. Bij de vanouds bekende algehele gemeenschap van goederen was het doorgaans duidelijk hoe je de omvang van de nalatenschap moest berekenen: de helft van de huwelijksgemeenschap. Sinds de wetswijzigingen van de laatste twintig jaar en zeker die van 2018 zijn de wettelijk regels heel wat complexer geworden. Sinds 1 januari van dat jaar blijven bezittingen en schulden waarmee je het huwelijk instapt alleen voor jou en wordt je partner dus niet meer automatisch daarvan mede-eigenaar of moet meebetalen aan jouw schulden. Ook als je een erfenis of schenking krijgt, blijft deze alleen van jou. De andere goederen die partijen voor het huwelijk al samen hadden en tijdens hun huwelijk samen verkrijgen – inkomen en wat daarvoor wordt gekocht – vallen in een ‘beperkte gemeenschap’. Wat zijn de gevolgen van deze vernieuwingen bij overlijden?
Historie
Voor 2018 was de regelgeving rondom het huwelijk (huwelijksvermogensrecht) redelijk overzichtelijk: door te trouwen in gemeenschap van goederen werden beide partners eigenaar van elkaars bezittingen en schulden; zo ook de erfenis of schenking die een huwelijkspartner kreeg.
‘De nieuwe wet heeft dat veranderd,’ legt Gregor van der Burght uit. ‘Voor huwelijken die vóór 2018 zijn gesloten verandert er (nagenoeg) niks, maar voor die van na 2018 ziet het plaatje voortaan uit zoals hiervoor beschreven. Ook aan de schuldenkant is het veranderd: schulden die betrekking hebben op het eigen vermogen moet alleen betrokken echtgenoot dragen. Mocht zijn crediteur zich verhalen op gemeenschappelijke goederen, dan kan hij dat alleen doen voor de helft. Een aardige regeling op de tekentafel maar lastig uitvoerbaar, reden om dit hier verder terzijde te laten.’
Lastig uitvoerbaar
Onverdeeld enthousiast over de nieuwe regels is Van der Burght niet. De intentie van de wetgever was om meer recht te doen aan het individu, maar de uitwerking is op zijn zachtst gezegd nogal gecompliceerd en vergt veel inzet van partijen.
‘Het gescheiden blijven van de aangebrachte vermogens is zeker een winstpunt voor een vermogende partij die onbedacht in het huwelijk stapt met een veel jongere of op diens geld beluste persoon,’ aldus Van der Burght. ‘Maar (ook) als dat niet speelt brengt de wet nogal wat mee. Om de wet in de praktijk te brengen moet je een goede administratie bijhouden.’
Tijdens het huwelijk
Wat is van wie en wat gebeurt er met de spullen en het geld dat de huwelijkspartners inbrengen en verkrijgen tijdens het huwelijk? Ondernemers en écht vermogenden houden mogelijk een boekhouding bij, maar de meeste echtgenoten niet, zodat bij gebrek aan bewijs toch een soort algehele gemeenschap ontstaat.
Belang goede administratie
Een ander punt dat het belang van een goede administratie benadrukt, is het volgende: Volgens de wet valt een goed in jouw vermogen als je voor meer dan 50% uit eigen vermogen de koopprijs hebt voldaan of de lening ervoor afgelost. Als het restant afkomstig is uit de gemeenschap of uit het vermogen van de andere echtgenoot, dan moet dat daaraan worden vergoed. Komt de betaling voor meer dan 50% uit het gemeenschappelijk vermogen zoals uit inkomen, dan valt het goed in de gemeenschap. De nalatenschap heeft een vordering op die gemeenschap voor de bijdrage van de overledene aan dat gemeenschapsgoed. Vraag: hoe weten de erfgenamen dat na xx-jaren? Alleen als er een administratie is!
Maar er is méér. De hoogte van de vergoeding van die bijdragen is sinds 2012 niet meer nominaal, maar gaat mee met de waarde van het betrokken goed: de bijdrage wordt gezien als een belegging; de beleggingswaarde moet worden vergoed! Voor verbruikbare goederen – geluidsinstallatie, TV, auto, racefiets enz.- geldt dit niet: die vergoeding is steeds nominaal.
Het stel koopt een schilderij van €45.000 waarbij €25.000 van de gemeenschappelijke spaarrekening komt en €20.000 uit een erfenis van de man. Omdat meer dan de helft uit de gemeenschap komt is het schilderij gemeenschappelijk. Na acht jaar overlijdt de man; de waarde van het schilderij is dan €15.000. Zijn nalatenschap heeft recht op vergoeding van de bijdrage (= belegging): 20/45 x 15= €6.667. Bovendien behoort tot de nalatenschap de helft van het restant: €8.333: 2 = €4.166,50.
Of: de man koopt van zijn aangebracht vermogen een huis: koopprijs drie ton waaraan de vrouw uit een erfenis een ton meebetaalt. Bij het overlijden van de vrouw is het huis vijf ton waard. Haar nalatenschap heeft recht op 1/3e = €166.667.
Nog lastiger is het als een tussentijdse verbouwing deels is betaald uit gemeenschaps- en/of uit privévermogen van de man en/of van de vrouw. Ook die investeringen moeten vergoed worden naar rato van de waardestijging of -daling.
Maar pas op! Deze regels gelden er sprake is van ‘belegging’ in een goed. Als de ene partner geld leent aan de ander of voorschiet, dan doet het er niet toe waarvoor het geld wordt gebruikt: alleen het geleende bedrag kan je terugvorderen. Wéér grond voor een conflict: de erfgenaam van de man van het schilderij zal zeggen: “dat geld heeft de erflater alleen voorgeschoten” en bij het huis zegt de man tegen de erfgenamen van zijn vrouw: “ik heb die ton van mijn diepbetreurde vrouw geleend.”
Basis voor conflict over de nalatenschap
‘Hoewel veel mensen misschien het belang van zo’n administratie zien in verband met een mogelijk conflict bij scheiding, speelt dit zoals gebleken zeer zeker ook bij nalatenschappen’, zegt Van der Burght. ‘Immers, bij het overlijden van een echtgenoot moet men kunnen bepalen wat zijn nalatenschap is. Dan alleen weet je waar de erfdelen uit bestaan of wat de omvang is van de vordering die de kinderen op de langstlevende ouder krijgen. Dat is ook van belang voor de aangifte voor de erfbelasting. Onduidelijkheid vormt vaak de oorzaak van geschillen. Dat kinderen mogen hopen toch wel erfgenaam van de langstlevende te zijn, is niet voldoende geruststellend. De langstlevende kan immers in een testament iets anders bepalen. Nog groter kan de problematiek zijn bij samengestelde gezinnen of bij tweede huwelijken, hierover kan een pittige discussie ontstaan tussen de langstlevende partner en de (stief)kinderen. En vergis je niet, zulke conflicten doen zich niet alleen voor bij grote zaken als auto’s of huizen; men vliegt elkaar soms ook in de haren om Suske en Wiske strips!’
Wil de wet voor jullie écht effect hebben, dan moet je tegenover elkaar, maar zeker ook tegenover schuldeisers en de erfgenamen, kunnen bewijzen wat van wie is én waarvan het geld voor de financiering afkomstig was: was het gemeenschap- of privégeld van de een of van de andere echtgenoot? Ook voor het maken van een testament moet je weten over welke goederen je mag beschikken. Misschien wisten partijen nog wel dat een van hen ooit een schenking heeft gehad, maar waar is dat geld gebleven en wat weten de erfgenamen daarvan? Het ontbreken van een administratie kan bij de afwikkeling van de nalatenschap aanleiding zijn voor een gevecht.
Maak afspraken
Mensen op de roze wolk bij het begin van de relatie of huwelijk willen vaak niet nadenken over hoe ze een scheiding of nalatenschap gaan regelen, want “ruzie gebeurt ons niet”. Van der Burght heeft als adviseur en mediator maar al te vaak gezien hoe vér erfgenamen gaan om hun (vermeende) gelijk te krijgen. ‘In een zaak, die mij erg is bijgebleven, ging het om een tweede huwelijk waarbij de kinderen uit het eerste huwelijk zo’n tien jaar na overlijden van hun ouder bij de stiefouder kwamen klagen dat de nalatenschap veel groter zou zijn geweest dan destijds vastgesteld. Ondanks historische verslagen, taxaties, getuigen enzovoort, die hun ongelijk bewezen, bleven die kinderen op hun standpunt. De langstlevende deed er alles aan om een rechtsgang te voorkomen. Pas na 15 jaar lukte het door intens overleg, tussenkomst van adviseurs, notarissen en een langdurige mediation de kinderen voldoende tevreden te stellen.’
Wat kun je doen om deze conflicten te voorkomen? Van der Burght: ‘Heel veel narigheid kan je voorkomen door van tevoren afspraken met elkaar te maken. Wat brengt wie in en welke schulden zijn er? Bij grote aanschaffingen: beschrijf met wiens geld dat wordt gefinancierd en hoe dat wordt afgehandeld bij overlijden of als je besluit uit elkaar te gaan. Houd een gedetailleerde administratie bij. De wet geeft regels voor allerlei kwesties, maar dan moeten wel de feiten duidelijk zijn. Leg vast of je geld uitleent of meefinanciert (= belegt). In de voorbeelden: vastleggen dat het schilderij in gemeenschap valt en de vordering van de man fluctueert. Zo ook met die ton van de vrouw. Maak een geschillenregeling; kies voor een mediator: blijf altijd de vrede bewaren. Het lijkt misschien onromantisch bij het begin van je huwelijk of partnerschap, maar de werkelijkheid is écht ook voor jullie en niet anders!’
Om onduidelijkheden en conflicten te voorkomen geeft Gregor van der Burght een paar tips.
- Ga voordat je trouwt, een geregistreerd partnerschap aangaat of gaat samenwonen eerst uitgebreid in gesprek met een notaris of met een premarital mediator.
- Maak als je gaat samenwonen een samenlevingsovereenkomst.
- Maak afspraken over hoe je de zaken wilt regelen, met overzicht van de inbreng van goederen, geld en schulden en leg dat vast bij de notaris in huwelijks- of partnerschapsvoorwaarden.
- Neem daarin op een geschillenregeling en kies voor mediation; vrede en redelijkheid bewaren is essentieel. Mediation is ook veel voordeliger dan procederen.
- Benoem een bemiddelaar/functionaris die jullie zullen raadplegen indien nodig.
- Leg grote aanschaffen en inzet van privé-middelen vast en beschrijf hoe ermee om te gaan bij een eventuele scheiding of bij overlijden.
- Actualiseer de gemaakte afspraken om de vijf jaar; en dat geldt ook voor het maken van een testament.
- Let erop dat je bij het maken van een testament weet waarover je mag beschikken, omdat het jou toebehoort.